Hoewel ik al 50 jaar in Rotterdam woon, komen er nog steeds dierbare herinneringen bij mij boven. Zittend in het Zuiderpark in Rotterdam kwam ik op het volgende gedicht.
Zondagmorgen in Zuiderpark
Galmende kerkklokken Over moeizame joggers Stadsbussen rijden In een onwerkelijk rustig tempo Een metro glijd zich naar Rotterdam CS
Slapende eenden achter een visserstent Wandelaars schuivend door het zwerfvuil De wind is bijna stil, een onweer dreigt Een visser haalt elektronisch op In mijn hypocampus plotseling roering
De herinnering aan de Haulerwijkstervaart Waarin ik als jongetje van amper 8 Viste op blei en voorn En ik de haak door het aas trok Toen de dobber verdween in het donkere water |